10 jaar contact
Op 24 augustus 2019 is het 10 jaar geleden dat ik per email in contact kwam met de woordvoerder van
de groep Bosjesmensen in het Central Kalahari Game Reserve. Sinds 1970 was het mijn wens om bij
hen op bezoek te gaan om kennis te nemen van hun levenswijze en cultuur. In februari 2010 was ik bij
hen, als onderdeel van een 3 weekse reis door Botswana. Ik was diep geschokt na het zien van hun leefomstandheden in en buiten het CKGR. De groep in het CKGR was door de regering gedwongen buiten het CKGR in nieuwe dorpjes te leven. Als reden hiervoor werd gegeven dat er dan beter voor de mensen gezorgd zou kunnen worden. Ze zouden een kliniek, een school, gratis water en geiten krijgen. Ondanks deze voorzieningen waren ze er nog slechter aan toe dan in het CKGR, want daar wisten ze tenminste waar ze eten konden vinden. Velen gingen terug. Na enkele jaren durende procedures kregen zij toestemming om terug te keren, echter, alleen degenen die aan het proces hadden deelgenomen. Kinderen boven de 18 jaar moesten een vergunning aanvragen om hun familie in het CKGR in te bezoeken. Op 12 mei 2010 is de Stichting ter ondersteuning van de Eerste Mensen van de Kalahari Botswana (SEMK Botswana) opgericht. Op de website beschreven wij het doel als volgt: Ondersteunen van de Bosjesmensen zodat zij in het Central Kalahari Game Reserve kunnen blijven wonen zoals en zolang zij dat willen. Het CKGR was voor hen opgericht. George B. Silberbauer (anthropologist en socioloog) schreef in zijn boek "Hunters and gatherers in the Central Kalahari Game Desert". “In reactie op aanbevelingen die ik op 28 april 1960 heb gedaan aan de regering van Bechuanaland Protectoraat (tegenwoordig Botswana), werd in 1961 ten oosten van de breedtegraad van Great Tsau Hill (Sonop Koppies) ongeveer 52.000 km2 uitgeroepen tot wild reservaat. Deze stap werd genomen om de Bosjesmensen inwoners in het gebied te beschermen; aan het einde van de jaren 1950 veroorzaakte het illegaal jagen door niet- Bosjesmensen een serieuze bedreiging voor de jagers en verzamelaars die voor een gedeelte van hun levensonderhoud afhankelijk waren van de wild kuddes. Jagen door Bosjesmensen werd op geen enkele manier beperkt, maar toegang van niet- Bosjesmensen werd gecontroleerd en het gevaar van stropers verminderde.” Na een paar jaar bleek dat het geld dat SEMK Botswana had ingezameld en opgestuurd naar de contact persoon, geen wezenlijke verbetering in de omstandigheden van de Bosjesmensen had gebracht en dit ook niet zou kunnen brengen. Contact met de mensen in het CKGR is voor ons vanwege de taal (een enkeling sprak een beetje Engels) niet mogelijk. Een reis door het CKGR is duur, vanwege het hoge benzine verbruik van de auto's (mulle zandpaden), grote afstanden, entree kosten van het CKGR en de cadeautjes en eten voor de Bosjesmensen. Tijdens de derde reis bleek dat het verboden is om bij de Bosjesmensen te verblijven, ons groepje werd gearresteerd en moest het CKGR verlaten. We kwamen tot de conclusie dat het meer nut zou hebben het onderwijs in Botswana te ondersteunen, daar zouden de Bosjesmensen ook van profiteren. Drie keer heb ik een korte handenarbeid cursus gegeven aan een opleiding voor kleuteronderwijs. De studenten als wel de directie en het personeel waren enthousiast. De derde keer ontdekte ik dat het onderwijs en de kostschool van bijzonder slechte kwaliteit waren. De studenten en personeel werden uitgebuit. Ik vermoedde dat de docent die handenarbeid les gaf voordat ik kwam ontslagen was omdat de opleiding niet voor mijn cursus hoefde te betalen. Gedurende deze periode heeft SEMK Botswana zes jongeren gesponserd voor hun studie. In 2018 hebben we een kleuteronderwijzeres uitgenodigd om een maand naar Nederland te komen om te kijken hoe het les geven hier op scholen wordt georganiseerd. Ze is in juli geweest. Het bezoek aan verschillende scholen en het zien van de normen die er gesteld worden aan het onderwijs gaven haar doelen om naar te streven. De reis heeft ook haar zelfvertrouwen verhoogd. Voor 2019 hebben wij een andere vrouw uitgenodigd, die hier in mei 2019 zal zijn. (Als zij een visum krijgt.) Ook blijven wij denken hoe de Bosjesmensen geholpen kunnen worden. In ieder geval kunnen twee jongeren, Marica en Xwaa op onze steun rekenen. Ik heb nu 11 bezoeken aan Botswana gebracht. Het heeft me met andere ogen naar Nederland leren kijken. In Nederland mag het leven dan luxieuzer en comfortabeler zijn dan in Botswana, maar in feite kom je in beide landen dezelfde soorten mensen tegen. Zoals: hard werken en elkaar ondersteunen, tegenover parasiteren op andere mensen. |
Cookie vrij - Deze website gebruikt geen cookies